dinsdag 6 december 2016

6 december 2016 Een onderonsje met de pakketbezorger

   Nu sinds een paar weken mijn relatie helemaal over is, mag ik mezelf met recht een single mama noemen. Even wennen is dat wel. Gisteren kwam de pakketbezorger hier een pakje afgeven voor de buurvrouw. Onze pakketbezorger is een lieve man, altijd wel in voor een praatje. "Hoe is het met je vriend?" informeerde hij. "Het is uit," antwoordde ik. "Oh, ja, hij was ook niet zo knap hè? Jij bent zo'n knappe vrouw." Aha, mijn pakketbezorger vond dus mijn ex-vriend niet knap genoeg voor mij. We praatten nog even verder.
   "Geen tranen, hoor! Niet huilen om een man," was het advies. "Over een poosje moet je lachen dat je verdrietig was om zo iemand." Oeps, blijkbaar viel het toch op dat mijn ogen iets wateriger werden toen ik wat vertelde over mijn ex-vriend. "Jij bent zo'n mooie vrouw, niet huilen om een man. Jij vindt wel een man. Ik ben niet vrijgezel, anders kwam ik bij jou!" Stiekem was ik daarover opgelucht, voor je het weet wordt je mee uitgevraagd door je pakketbezorger. 
   "Ik kan je wel helpen een goede man te vinden," voegde hij er nog aan toe. "Nou," zei ik een beetje verbouwereerd, "dat hoeft niet hoor, dat komt vanzelf wel." "Hier een paar straten verderop woont een man alleen. Zijn ex ging vreemd. Hij heeft ook twee kindjes. Het is een grote, blonde Nederlandse man, hij werkt hard. Hij heeft een goede baan hoor." Ik bedankte mijn pakketbezorger voor zijn medeleven en zijn aanbod, maar gaf aan dat ik erop vertrouw dat er op zijn tijd weer liefde op mijn pad komt. En nu zit ik me af te vragen tegen hoeveel single mannen hier in de wijk hij vertelt: "Even verderop, woont een knappe vrouw zeg, ze is ook lief. In de steek gelaten door haar vriend. Twee kindjes, iets voor jou?" 

woensdag 6 juli 2016

Over hoe Sam zong over zijn emoties

   Vorige week ergens kregen wij een waar concert van Sam. Ik was boos op hem geworden, want hij zat te vervelen tijdens de lunch. Een vriendje van Daniël zat ook bij ons aan tafel en Sam was de hele tijd negatieve aandacht aan het vragen aan die jongen. Onze gast had zelf al een paar keer gezegd dat Sam op moest houden, en ik ook. Sam gaf daar geen gehoor aan dus ik besloot hem op het time-out stoeltje te zetten. Dat was geen goede zet van mij, want vervolgens gingen Daniël en zijn vriendje Sam zitten uitdagen om van het stoeltje af te komen en werd zijn negatieve gedrag alleen maar versterkt.
   Drastischer maatregelen waren geboden. Ik stuurde Sam naar boven, ik moest hem daar even bij helpen, want mijn opstandige manneke ging natuurlijk niet uit zichzelf. Ik plantte hem op bed en ging beneden weer aan tafel zitten. Gauw genoeg daarna hoorden we hoe Sam de gitaar aansloeg (boven ligt een heuse kinder-gitaar) en nog eens en nog eens. Hij begon erbij te zingen, eerst nog zachtjes, maar zoetjes aan steeds harder. Daniël begon als eerste te lachen. "Ik weet wat hij zingt mama!" riep Daniël uit. Ik spitste mijn oren, toen verstond ik het ook: "Ooooh mijn rot mama! Ooooh mijn rot mama! Ooooh mijn..." En dat ging zo maar door. Daniël, zijn vriendje en ik plasten bijna in onze broek van het lachen. Stiekem slopen we naar de trap om een geluidsopname te maken, die stuurden we naar papa. Papa kon er ook om lachen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik liever naar zo'n protestzang luister dan naar een dreinende huilbui, dan maar even een rot-mama!

donderdag 30 juni 2016

29 juni 2016 Over snoepjes als ontbijt

   Gisteren hadden de kinderen een studiedag. Ikzelf was heel moe, want ze hadden slecht geslapen. Toen ze dus al om half zeven wakker werden, plantte ik ze met een pakje koekjes en wat te drinken voor de televisie, zodat ik nog even terug kon mijn bedje in. Rond acht uur kwam ik weer wat meer bij mijn positieven en realiseerde ik me dat het wel erg stil was beneden. Ik besloot maar eens even poolshoogte te gaan nemen. Terwijl ik de trap afliep werd er al geroepen: "Mama mag de laatste." "De laatste wat?" vroeg ik me hardop af.
   Ik kwam de kamer in en zag dat de kinderen samen bijna de hele snoeppot hadden leeggegeten, en die was de avond ervoor nog zo goed als vol... Ik stak een hele preek af zo één van: "Waaromhebbenjulliedatnougedaan? Julliewetendatdatnietmag! Datisnietdebedoeling! Daniëljijzoualhelemaalbetermoetenweten! Ikbenechtboosenookverdrietig!" "Kanikjulliedannooitevenalleenlaten?" Er kwam een lafjes "sorry" van Daniël en Sam kon het geloof ik niet zoveel schelen.
   Aan de ontbijttafel, waar Sam -verrassing- bijna niets meer at, had ik het er nog even met ze over. Ik vroeg aan Daniël: "Waarom deden jullie dat nou?" "We hadden honger," zei hij. "Dan mag je nog niet de snoeppot leeg eten, pak de volgende keer maar een cracker of een rijstewafel." "Maar dat kan ik nog niet smeren," beweerde Daniël. Ik zei: "Ik weet zeker dat je dat wel kunt en anders eet je er maar een zonder iets erop. Maar hoe ga je dit nou goed maken met mij?" "Uhm," zei Daniël, "als ik weer centjes in mijn spaarpot heb, dan ga ik nieuwe snoepjes kopen voor in de snoeppot." "Lieverd, het gaat mij niet om de snoepjes of het geld," zei ik, "ik word er alleen verdrietig van dat je zoiets doet, terwijl je best weet dat het niet mag." "Oh," zei hij beteuterd, "knuffel, mama?" Ik gaf hem een dikke knuffel. "Ik zal het niet meer doen mama," zei Daniël. 
   Daniël was de hele dag extra lief voor me, en luisterde supergoed, daar kun je nog eens een snoeppot aan opofferen. Voor wat betreft Sam, tja, die snapt het iets minder goed allemaal. Die papegaait Daniël en zei daarom ook dat hij wel snoepjes voor mij zou kopen van zijn eigen geld. Maar ik durf er niet mijn hand zeker niet voor in het vuur te steken dat hij bij een volgende gelegenheid niet weer met een grote grijns op zijn snoet en de snoeppot op schoot voor de televisie zit...

28 juni 2016 Over de evolutie

   Daniël is dol op dinosaurussen. We zijn al eens samen naar het oertijd-museum geweest en hij wordt graag voorgelezen over dino's. En dan niet bedachte verhaaltjes over dinosaurussen, nee, droge feitenkennis. Een ware crime om voor te lezen, al was het maar dat je veel van die namen nauwelijks je strot uit krijgt. Zo was ik dus eergisteren aan het voorlezen over dinosaurussen. Het ging over de Iguanodon die vijf meter hoog was. Om Daniël een beeld te geven van hoe groot dat is, zei ik dat de Iguanodon had moeten bukken om door zijn slaapkamer raam naar binnen te kunnen kijken. Dat vond Daniël een beetje eng. Ik legde nog maar eens uit dat dinosaurussen al lang zijn uitgestorven.
   "Bestaan die apen nog? Die een beetje krom liepen, waaruit wij zijn ontstaan?" vroeg Daniël. "Nee," zei ik, "die zijn ook uitgestorven." "Hoe kan dat?" wilde Daniël weten. Ik vertelde dat die aapachtige mensen steeds verder zijn ontwikkeld en dat ze er langzaam zo uit zijn gaan zien als wij nu. Ik legde uit dat de natuur dat doet en probeerde het te onderbouwen met voorbeelden. Dus ik verzon dat als wij nu voortaan alleen nog maar smoothies zouden drinken, en zouden stoppen onze tanden te gebruiken, dat na een hele tijd onze tanden dan misschien weggaan. Of dat als het heel koud zou worden op aarde, we dan misschien veel haren krijgen, zodat we een soort vacht hebben om ons te beschermen tegen de kou. Dat we ons op die manier kunnen aanpassen aan de omgeving.
   "Krijgen we dan een witte vacht?" vroeg Daniël. "Misschien, dat hangt af van je haarkleur," bedacht ik. "Maar, als een ijsbeer?" vroeg Daniël. "Ja, wie weet, als er alsmaar sneeuw ligt en we mogen niet opvallen, wordt onze vacht misschien wel wit," zei ik. Daarna werd het een poosje stil. Toen zei Daniël: "Ik wil eigenlijk helemaal niet veranderen, ik vind het leven al goed zo!"

27 juni 2016 Over mooie meiden

   Waar Sam vol overtuiging beweert dat meiden stom zijn, is Daniël elke dag verliefd op iemand anders. Ik wist tot een paar weken terug eigenlijk nog niet dat ze daarmee bezig waren in de klas, maar de moeder van een vriendje begon erover wie er op wie is. En dat haar zoon een van de meester gestolen slagroomsoesje gedeeld had met zijn vriendinnetje. Heel romantisch!
   Sindsdien vraag ik af en toe ook aan Daniël wie hij leuk vindt. Het begon met Naayah, een exotische naam passend bij een donkere schone. Daarna hoorde ik hem over Isabelle, ook al een knappe dame met donker haar en een vlotte babbel - ze lijkt op haar moeder. 
   Maandag had ik met Daniël over Isabelle het volgende gesprek. 
D: "Isabelle is niet meer op Fabio, want Fabio is ook niet meer op haar."
Ik: "Oh, op wie is ze dan nu?"
D: "Isabelle is nu verliefd op mij."
Ik: "Vind jij haar ook leuk?"
D: (Een klein beetje verlegen.) "Ja."
Ik: "Zijn jullie dan een setje?"
D: "Nee, niet echt. Wel een beetje."
Ik: "Wat doen jullie dan als je een setje bent? Kusjes geven?"
D: "Nee, dat durven ze niet, dan rennen ze weg."
Ik: "Oh ja."
D: "We gebruiken kusjes als aanval!"
   Je kunt je er iets bij voorstellen hoe dat gaat op het schoolplein. Dinsdag waren we met school naar een grote speeltuin en ik was mee als chauffeur en begeleider. In de speeltuin hoorde ik van een andere moeder dat Daniël verliefd zou zijn op weer een ander meisje. Dus gisteren vroeg ik nog maar eens aan hem op wie hij verliefd is. "Nora!" Was nu zijn overtuigende antwoord. Mijn womanizer is van de ene op de andere dag geswitcht, van donker naar blond... 

vrijdag 24 juni 2016

20 juni 2016 Over een kikker als huisdier

   Zaterdag vonden Daniël en Sam bij de afvalcontainer een glazen, rechthoekig aquarium. Er lagen nog stenen onderin, het was eigenlijk helemaal af om er dieren in te gaan houden. Vonden ze toevallig ook nog een kikker. Nou een en een is twee, dus de kikker ging in het aquarium. Naast het aquarium zetten ze een emmertje met water en in het aquarium wat groene blaadjes, als eten of aankleding, dat weet ik niet precies. 
   Steeds pakten ze de kikker weer op om hem even een rondje door de emmer te laten zwemmen en dan floepten ze hem weer terug in zijn aquarium-huis. Toen we gingen eten vroeg ik ze of ze dachten dat de kikker in een prins zou veranderen als ik hem een kus zou geven. "Neeeeee!" riepen ze in koor. Na het eten gingen ze natuurlijk meteen weer bij hun lieve huisdier kijken. Het liefst hadden ze hem mee naar binnen naar hun slaapkamers genomen, maar dat mocht niet van mij. 
   Na een poosje kwam Daniël weer even verslag uit brengen bij mij. "Mam," zei hij, "de kikker wordt geen prins als je hem een kus geeft. Ik heb hem net een kusje gegeven, maar hij is nog steeds een kikker, kom maar kijken." Ik liep mee, en helaas, ik zag geen knappe prins, maar gewoon een lelijke kikker. "Jij mag het ook nog wel even proberen, mam," stelde Daniël voor. Ik bedankte hem vriendelijk.
   Toen ze die avond naar papa gingen om daar te gaan slapen, moest ik beloven dat ik goed voor de kikker zou zorgen. Ik zei dat ik hem dan vrij zou laten, omdat ik het zielig vond voor de kikker, dat kleine huisje, zonder fatsoenlijk eten. Daniël en Sam waren het daar absoluut niet mee eens, ik moest beloven dat ik hem niet uit zijn huis zou laten. Ik beloofde het, maar zei wel dat ze dan niet moesten huilen als hij dood zou gaan.
   Zondagavond leefde de kikker nog. Toen ik de jongens maandag naar school bracht zei Daniël: "Ga jij vandaag maar even vliegen vangen voor de kikker!" Natuurlijk, dacht ik, ik heb toch niets beters te doen... Ook dinsdagochtend leefde het beestje nog. Het had in de nacht geregend en de kikker moest vechten om zijn koppie boven water te houden. Toen ik er de tweede keer voorbij kwam, kon ik het niet meer aanzien, ik haalde hem eruit en gaf hem zijn vrijheid terug. 
   Uit school ging Daniël natuurlijk meteen bij zijn huisdier kijken. Hij schrok, de kikker was weg. "Mama, mama, een grote vogel heeft de kikker opgegeten!" riep hij uit. Ik knikte wat, zonder hem aan te kijken, maar zei niets. Aan de ene kant was ik blij met zijn vertrouwen in mij, aan de andere kant voelde ik me schuldig. Lieve Daniël, mocht je dit ooit lezen, sorry, ik was die grote, vreemde vogel. Ik heb de kikker niet opgegeten, maar zijn leven gered. Het spijt me dat ik je vertrouwen heb beschaamd...
   

15 juni 2016 Over een ziek jongetje

   Een tijd geleden stond Daniël helemaal vrolijk en actief op. Hij had thuis het hoogste woord, at twee boterhammen en rende door de kamer heen. Eenmaal op school ging hij aan mijn been hangen en klaagde hij over buikpijn. Ik wist zeker dat er met zijn buik niets aan de hand was, dus na een extra knuffel stuurde ik hem alsnog de klas in. Die middag liet opa weten dat hij Daniël ziek uit school had gehaald, maar bij opa aangekomen was er helemaal niets met hem aan de hand geweest. Maandag belde opa dus mij voor de zekerheid even of hij Daniël uit school mocht halen, de juf had gebeld, Daniël had buikpijn. Dit keer kon het wel eens kloppen...
   En ja, Daniël heeft last van zijn buik, gelukkig alleen van zijn darmen en niet zijn maag, want mama kan niet zo goed tegen overgeven. Als het mijn eigen kind is gaat het nog enigszins, maar het zal nooit mijn sterkste kant worden om voor misselijke mensen te zorgen. Gisteren was Daniël de hele dag thuis, met verhoging en al. Hij moest zo vaak naar de wc dat we uiteindelijk voor de grap maar zijn gaan tellen. Het totaal overdag strandde bij dertien keer poepen. Arme Daniël, arme billetjes...
   Ook in de nacht werd mij hem geen rust gegund. Hij moest nog twee keer. Die tweede keer kwam ik zuchtend en steunend uit bed, ik wilde zo graag slapen! Maar goed, nog maar eens een keer billen afgeveegd en wéér handen gewassen. Toen Daniël er weer in lag, eiste hij een knuffel, armpjes naar me uitgestrekt. Ik gaf hem een dikke knuffel. "Mam," vroeg hij, "weet je waarom ik jouw knuffels zo fijn vind?" "Nee?" antwoordde ik. "Omdat je zulke zachte wangetjes hebt!" Met een grijns van oor tot oor kroop ik terug in mijn bedje, het was ineens niet erg meer om er midden in de nacht uit te moeten...